Als je niet kunt vechten, vluchten of bevriezen

Plotseling geconfronteerd met gevaar reageren mensen op verschillende manieren. De een vlucht, de ander vecht, de derde bevriest. Welk van de drie overkomt je. Deze reacties zijn instinctief. Maar hoe reageer je op gevaar dat in slow motion op je afkomt?

Wachten op een uitslag

Dreiging van ziekte komt vaak geleidelijk. Neem iets simpels als wachten op een uitslag van een belangrijk onderzoek. Je dokter zal je bellen, donderdagmiddag. Dat staat weken van tevoren al in je agenda. Op dinsdag begint het te kriebelen. Nog twee dagen. Woensdag zoek je afleiding, maar je bent voortdurend afgeleid. Donderdagmorgen vraag je je af: wanneer is ’s middags?

Vanaf twaalf uur durf je de deur niet meer uit. Om half twee durf je niet meer naar de wc. Stel dat ze net bellen als … Intussen gaan alle scenario’s door je hoofd. Om drie uur vraag je af wie de dokter eerst belt: de mensen voor wie hij goed nieuws heeft, of de mensen voor wie hij geen goed nieuws heeft? Om half vijf begin je je zorgen te maken. Hij vergeet me toch niet? Doorgewinterde patiënten weten dat ’s middags ook kwart over zeven ’s avonds kan betekenen.

Al die tijd zie je de trein op je afkomen. Rijdt de trein op jouw spoor, of het spoor ernaast? Vluchten of vechten kan niet. De tijd lijkt stil te staan. Soms heb je pech, en belt de dokter niet. Dan moet je wachten tot de ochtend erna voor jij kunt gaan bellen.

Wachten op het onvermijdelijke

Dat is ‘maar een middag’. Sommige dingen kunnen jaren, tientallen jaren, boven je hoofd hangen. Een erfelijke ziekte bijvoorbeeld. Heb je het gen? Zal de ziekte zich openbaren? Wanneer zal dat gebeuren? Of wat dacht je van een progressieve ziekte? Dat je weet dat je in een rolstoel zal komen, maar niet wanneer. Dat je steeds afhankelijker zal worden, jezelf niet meer aan zult kunnen kleden.

Hoe onderga je dat vooruitzicht?

Sommige mensen proberen te vechten. Ze richten een stichting op en zamelen geld in voor onderzoek en hopen zo de ziekte voor te zijn met een geneesmiddel. Anderen gaan extreem gezond eten, storten zich op alternatieve therapieën of zoeken verlichting als preventie van alle onheil. Een enkele keer met succes, vaak verspilde moeite.

Anderen proberen te vluchten. Ze ontkennen en proberen te vergeten wat boven hun hoofd hangt. De een stort zich op zijn werk, de ander vlucht in de drank. Ik zag er nooit iemand gelukkig van worden.

Weer anderen raken vast in bevriezen. Hun blik vernauwt zich tot wat boven hun hoofd hangt. Ze raken verlamd van angst, vermijden alle risico’s en vergeten te leven zolang het kan.

Ik wilde dat allemaal niet. Maar hoe? Daarover gaat ‘Mijn vriend Damocles‘.