Zo kan het ook – de schok van zorg op zijn best

Vorige week zag ik de zorg op het best. Een schokkende ervaring. Dat zit zo:

Mijn man kreeg ‘iets met zijn hart’: onregelmatige hartslag, gejaagd gevoel, pijn in zijn borstkas en linkerschouder, dove vingers links. Geen enorme pijn of druk, hij voelde afgezien van dat gejaagde gevoel eigenlijk prima. Het leek niet op acuut hartinfarct, maar kloppen deed het ook niet. “Wat nu?” vroeg hij. “Bel de huisarts” zei ik.

Wauw!

Toen zag ik hoe goed de zorg in Nederland geregeld kan zijn. Om negen uur belden we de huisarts. Om half elf zaten we bij de huisarts. Die nam een half uur de tijd om alle klachten uit te vragen, te vragen wat er in de familie zat, en lichamelijk onderzoek te doen (op dat moment geen bijzonderheden te vinden). Om half twee werd een hartfilmpje gemaakt. Om vier uur belde de huisarts met de uitslag (geen bijzonderheden te vinden). De volgende ochtend ging mijn man (nuchter) bloed prikken. De dag daarna belde de huisarts met de uitslagen. Ook hier niets aan de hand. Was het toch die fietstocht van 185 km een paar dagen eerder? Met de instructie om, als het weer gebeurt, meteen te bellen voor een hartfilmpje, gingen we gerust het weekend in.

Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Zo snel terecht kunnen. Zoveel vragen over zijn klachten. Nul vragen over stress, de situatie thuis, werk of de combinatie werken en zorgen. Zo’n uitgebreid bloedonderzoek met zoveel ‘voor alle zekerheid ook’-kruisjes. Zo snel, zo alert, zo grondig.

Aan de ene kant ben ik opgelucht. 185 km fietsen op een dag was teveel. Zijn lijf heeft hem teruggefloten. Beetje zelfoverschatting, maar daar kun je – met een beetje tegengas van je partner op zijn tijd – honderd mee worden.

Auw!

Aan de andere kant ben ik geschokt. Man + iets met hart + uitstraling naar links = een geoliede machine. Alles wordt bekeken en uitgesloten.

Hoe anders zijn mijn ervaringen. Vrouw + moe + …? = stress / onverwerkte rouw / combinatie werk- en gezin / iedereen is wel eens moe / … (vul hier je eigen dooddoener naar keuze in). Verder onderzoek? Niet nodig. Hier is een folder van een cursus mindfulness. Niet één keer, niet twee keer, niet drie keer. Stampij moeten maken om gehoord te worden. Het gevoel te moeten vechten voor mijn leven tégen artsen en tégen het systeem. En – verdomd als het niet waar is – wéér gelijk krijgen dat er iets mis was. Met alle gevolgen van dien.

Had ik domme pech? Was het maar waar. Dezelfde verhalen heb ik gehoord van mijn moeder, tantes, vriendinnen, collega’s. Mirjam Kaijer schreef er een ontluisterend boek over (‘ik ben geen man’).

Ja maar? Nee!

Ja, maar, dit was spoed. Weet je hoeveel vrouwen ik ken bij wie het na jaren spoed moest worden voor er actie kwam?

Ja maar, van vermoeidheid ga je niet dood. Energie is leven. Als jij niet de energie hebt om het werk te doen dat je hart heeft, te spelen met je kinderen, plezier te maken met vrienden en familie – hoe levend ben je dan?

Ja maar, blaas je een klein verschilletje niet enorm op? Zo anders benadert die dokter jou toch niet? Ik vroeg het aan mijn man, die mij trouw vergezeld op al mijn doktersbezoeken. “Viel jou iets op bij de huisarts?” Zijn reactie: “Ik had me mentaal al voorbereid op alle stressvragen, maar die kwamen niet.”

Natuurlijk wist ik over man/vrouw verschillen in de zorg en had ik gelezen over verschillen in bejegening. Maar als het dan live voor je eigen ogen gebeurt: schokkend!

Vrouwen met vermoeidheid verdienen serieuze aandacht

Hoeveel ellende zou het schelen als huisartsen voor vrouwen met vermoeidheid en andere ‘vage’ klachten een half uur uit zouden trekken? Al hun klachten tot in detail uit zouden vragen op zoek naar aanwijzingen? Lichamelijk onderzoek zouden doen? Familiegeschiedenis uit zouden vragen? Uitgebreid bloed- en andere onderzoeken zouden laten doen? Eén ding weet ik nu zeker: het kan wél!