Leven met doodsangst voor beginners (5)

Deel 5 van “omgaan met doodsangst voor beginners” gaat over stilstaan bij je ergste nachtmerrie en wat dat je oplevert. Doe wat je zegt en zeg wat je doe – dus ik moest ook stilstaan bij wat mijn ergste corona-nachtmerrie is. Dat was even slikken. Toen ging dit blog ook over machteloosheid.

Je ergste nachtmerrie

Waar ben je het meest bang voor? Waarom zou je stilstaan bij die vraag? “Daar wil ik niet aan denken! Als ik dat doe, dan raak ik in paniek.” Ik daag je uit om het toch te doen. Om zo precies mogelijk te zeggen waar je bang voor bent. Ook al raak je even in paniek.

Paniek hou je niet lang vol. De afgelopen twintig jaar is het mij niet gelukt om langer dan een uur in paniek te zijn. Relativering komt altijd. Achteraf lucht het altijd op. Hoe preciezer je bent over waar je precies bang voor bent, hoe meer er is waar je niet bang voor bent en hoe gerichter je jezelf kunt helpen.

Dus waar ben je precies bang voor? “Het virus” is te vaag. Ben je bang om zelf ziek te worden, dood te gaan? Mensen die je lief zijn? Om alleen te sterven of niet bij een afscheid te kunnen zijn? Of heeft jouw grootste angst niet direct met ziekte of dood te maken? Ben je vooral bang voor eenzaamheid? Verlies van werk en inkomen? Dat de spanningen thuis teveel oplopen?

Mijn grootse angst

Practise what you preach. Waar ben ik het meest bang voor? Niet om zelf dood te gaan aan corona. Ik heb weliswaar verschillende chronische aandoeningen, maar geen diabetes, hart- of longproblemen. De kans dat ik overlijd aan corona schat ik niet hoger dan de kans dat ik overlijd bij een verkeersongeluk – daar maak ik me ook niet druk over (zonder dat ik doorschiet in roekeloosheid!).

Van alle mensen die mij lief zijn, zijn mijn ouders het meest kwetsbaar. Zonder corona zouden ze nog zeker tien jaar meekunnen. Als ze zouden overlijden door dit virus, dan zou dat absoluut als te vroeg voelen. Toch is dit niet mijn grootste angst.

Mijn grootste angst is dat we elkaar maanden niet zullen zien, en dat ze dan toch overlijden. Dat mijn kinderen zich afgewezen voelen: we mochten niet langskomen en nu zijn ze toch dood. Mijn grootste angst is dat ze overlijden zonder dat dingen uitgesproken zijn. Een afscheid zonder goed afscheid.

Niet mijn keuze

Ik heb mijn ouders nu een maand niet gezien. Ik mis hen en de chaotische dinsdagmiddagen dat ze altijd hier zijn. Even bijpraten voor ze mijn zoon uit school gaan halen. Grappen bij het avondeten. Ik ben aardig op weg naar mijn nachtmerrie

Mijn grootste angst is niet de grootste angst van mijn ouders. Mijn moeder is bang om dood te gaan. “Een dubbele longontsteking overleef ik niet.” Ik begrijp het. Haar longen zijn kwetsbaar. Mijn vader is stoïcijns. Hij is ouder, maar erg fit. Hij acht zich onkwetsbaar en heeft tegelijk vrede met het einde als het komt.

Ik denk dat ik beter kan leven met elkaar zien en een voortijdige dood dan met skypen en bellen en dat het dan toch mis gaat. Ook al kan ik ze dan niet bellen en skypen. Zelfs als ik ze persoonlijk zou besmetten. De hele situatie gaat zo in tegen alles waar ik voor sta: voluit leven in het hier en nu. Maar het is mijn keuze niet.

Onmacht

Ik droom dat de auto van mijn ouders geparkeerd staat op het parkeerterrein vlakbij mijn eerste studentenkamer – niet in de beste buurt. De auto staat niet op slot en een groep mensen wil instappen. Eentje probeert hem te starten zonder sleutel.

Ik probeer in te grijpen. Ze moeten van de auto van mijn ouders afblijven! Ik ga in gevecht met de man die probeert de auto te starten. Tegen hem alleen ben ik kansloos, laat staan tegen de hele groep.

Ik schiet wakker en denk: de auto als symbool voor vrijheid en onafhankelijkheid.

De lessen van mijn angst

Corona leert ons hoe afhankelijk we van elkaar zijn. Dit is niet mijn keuze. Mijn grootste angst is niet die van mijn moeder.

Corona leert ons hoe machteloos we zijn. Ik kan alleen maar hopen dat er snel een vaccin of iets anders komt waardoor mijn ouders weer onder de mensen durven.

Ik voel de pijn scherper dan voor ik mezelf deze vraag voorlegde. Ik voel me tegelijk zo stevig over alles waar ik wel controle over heb. Het onderwijs voor mijn zoon, reilen en zeilen thuis, mijn boek dat in sneltreinvaart richting voltooiing racet, ‘zo voel ik me thuis’ dat dit najaar in een stroomversnelling gaat komen.

Ik heb me voorgenomen om mijn ouders vaker te skypen, niet alleen over ditjes en datjes. Want daar heb ik wel een keuze in.